Een onderwerp om bij stil te staan
Dit is wel even een heel ander onderwerp maar het betreft een heel belangrijke zaak waar we veel te weinig bij stilstaan. Ons maatschappelijke en individuele en ook ons persoonlijk-geestelijke leven bewegen zich in de tijd. Ook als religieuze mensen zijn we bovenal een en al tijdelijkheid. We worden geboren en we sterven. Daartussen doen we onze dingen, spontaan en gestuurd, op eigen houtje en in interpersoonlijk, groepsmatig en collectief verband, agerend en reagerend. We doen dat hoe dan ook met de kalender aan de muur en onze agenda’s in de aanslag. In onze geseculariseerde wereld zijn kalender en agenda alles bepalender aan het worden dan de normerende en richtinggevende overwegingen en handelingsopties die we ons in de loop van de tijd krachtens onze instituties zijn gaan voorhouden en eigen maken. Maar paradoxaal genoeg: de kalender en stilstaan bij die kalender is in onze tussenmenselijke omgang bepaald een ondergeschoven kind.
De oorsprong van het woord kalender
Ons woord kalender is van Latijnse oorsprong met een heel specifieke niet zo makkelijk te achterhalen strekking. Het Latijnse meervoud calandae met als 2e naamval calendarum duidt op zoiets als de eerste dag van een ongeveer maandelijkse termijn op welke dag toentertijd in de Romeinse wereld geldelijke schulden moesten worden betaald en waarop door Romeinse priesters de komende eerste manen werden vastgesteld. Er werd daar en toen toen namelijk gewerkt met maanjaren. Je ziet het aan de meeste kalenders niet direct af maar de kalender is een uitgesproken mondiale religieuze vinding. De onze stamt uit de klassieke Grieks-Romeinse tijd, uit de vroegchristelijke periode en uit de Joodse en Islamitische tijdsbeschikkingen. Met grote invloed van de oude astrologie. Onze kalender heeft haar vingers al heel snel ook mondiaal uitgestrekt, hier meer en daar minder. De nu mondiaal dominante westerse kalender loopt merkwaardigerwijs over van de namen van weer grotendeels westers-heidense mythologische en historische figuren. Julius Caesar en de eerste westerse pausen hebben er een grote vinger in de pap in gehad. Het is een heel cultuurbepalend en tegelijk uitermate verwarrend en ingewikkeld verhaal dat hoognodig eens scherp gereconstrueerd en verder verhelderd moet worden.
In 2020 nog steeds een christelijk kalender?
Onze overgeleverde kalender, met alle variaties van dien, bepaalt ook anno 2022 nog steeds onze tijdsindeling en onze tijdsbesteding daarbinnen. We zijn in deze met al onze ontkerstening en secularisering nog steeds door en door christelijk zonder het ons nog te realiseren. We hechten ook aan die kalender. Een heel opvallend kalendermoment laat dat zien: Hemelsvaartsdag. Die dag hebben we nog steeds allemaal vrij terwijl we geen enkele boodschap meer hebben aan wat op die dag wordt herdacht. Intussen gaan andere culturen met hun tijdsstructureringen steeds meer meetellen in het mondiale kalenderverkeer. Met name de Chinese wereld is bezig haar politieke en economische stempel te drukken middels haar Nieuwe Zijde Route.
Hebben we een andere kalender nodig?
We hebben wel nog steeds een kalender nodig, een kalender die we delen ondanks alle individualiserende digitaliseringen die anno 2022 aan de orde van de dag en aan het toeslaan zijn. Het is natuurlijk handig dat we nog beschikken over die oude kalender. Hoeven we ons voorlopig tenminste niet druk te maken over onze agenda’s. Maar nieuwe tijden, en die maken we nu mee, vragen ook om nieuwe zin- en vormgevingen. Het is nodig om onze tijdsindeling en de schikkingen daarin van ons doen en laten in overeenstemming te brengen met onze nieuwe en ingrijpend veranderende beleving van leven en werken en van onze collectiviteit en individualiteit daarbinnen.
Het is overigens nog steeds de moeite waard om terug te blijven kijken naar hoe dat in het verleden is gegaan. Zo is de oude christelijke feestkalender een toonbeeld van hoe leven en werken en levens- en werkbeleving structuur en vorm te geven in de tijd. Niet alleen kijken naar hoe de feestdagen zelf werden gevierd, maar ook naar de voorbereidingen daarop en het verdere herdenken daarna. Met alle daarbij behorende culturele en rituele uitingen. Dat is een hele schatkamer. Inmiddels beginnen toch ook steeds meer seculiere feest- en gedenkdagen bijna geruisloos hun intrede te doen. De VN-kalender zou daarin wel eens een voortrekkersrol kunnen gaan vervullen. Er is een geestelijke motivatiewereld te winnen in de verrijking van ons dagelijkse persoonlijke en collectieve leven en werken en de tijdsinrichting en ordeningen daarin. Anno 2022 gaan we daar te veel en al te argeloos en met een te grote bocht omheen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een bericht achter